Nieuwe en opmerkelijke muziek | Beoordelingen van vier albums

Tegen de graan

Lance Cowan

Vorig jaar bewees Lance Cowan dat een veteraan Americana PR -man een album kon maken op gelijke voet met die van zijn klanten. Dit jaar bewijst hij dat hij de tweede inzinking kan verslaan. Wat je ook leuk vond aan het debuut van Cowan, hij doet het nu nog beter, of het nu zingt, diepe emoties uit te drukken of melodieën te vinden die die emoties omhoog dragen. De country-rock instrumentatie en vocale harmonieën uit het midden van de jaren ’70 blijven bestaan, maar ze zijn ten dienste van nog scherpere hooks, haken die zich in de top 40 zouden hebben ingebed toen miljoenen in het hotel Californië incheckten.


ARcadia

Alison Krauss & Union Station

Voor degenen die al sinds de laatste keer dat Alison Krauss is opgenomen met Union Station, hier is hoe deze dingen werken: Krauss zingt het eerste nummer (vaak iets klaaglijks) en haakt luisteraars aan met haar lissome, betoverend pure sopraan. Dan zingt Dan Tyminski, wiens stem meer conventioneel bluegrass klinkt, de volgende. Krauss zingt nr. 3, Tyminski nr. 4, Krauss nr. 5, enzovoort. Deze keer neemt Russell Moore (van Iiird Tyme Out Fame) de Tyminski -rol op zich. Die mini-shakeup opzij, er is niet veel verschil tussen dit album en de zes behoorlijk goede tot behoorlijk goede die ze tussen 1989 en 2011 hebben opgenomen.


Donkere land

Gary Louris

Het is moeilijk te geloven dat Gary Louris bijna 70 was toen hij deze mooie nummers opnam. Toegegeven, ze putten uit geluiden die in de lucht zijn sinds Graham Nash’s ‘Our House’, de akoestische delen van de Beatles ‘ Wit albumen Harry Nilsson’s “Perfect Day” (een shimmer-for-shimmer-re-creatie waarvan het album wordt gesloten). Maar frisse briesjes blazen door de texturen, en Louris klinkt nauwelijks een dag over elke leeftijd die hij was toen hij voor het laatst met de Jayhawks opnam. Meest interessante romantische tekst: “Je liet me in God geloven.”


Hemel in mijn gedachten

Tobymac

Met hulp van zijn zes coproducenten en 16 co-schrijvers reikt Toby McKeehan diep in zichzelf en komt er met de ene bruisende pop-gospelie-soul-melodie na de andere, een paar lagersporen van de hiphop die hem eerst op de kaart zetten. “Ik ben er doorheen” en “Campfire” zijn spirituele pep -gesprekken die je niet hoeft te overwinnen om verdriet te overwinnen om te waarderen (hoewel het helpt). Om “Oh My Soul (Psalm 103) te waarderen”, hoeft men alleen een fan te zijn van Andraé Crouch.


Nina Hagen

Toegift

In sommige sectoren, Persoonlijke Jezushet album dat Nina Hagen 15 jaar geleden heeft uitgebracht om haar bekering tot het christendom te blazon, maakte in 2010 een grote plons als Bob Dylan Langzame trein komt eraan Had in 1979. Tot nu toe had Hagen een aanhang gecultiveerd onder kenners van de bizarre met een combinatie van performance -kunst, punk en schokrock die Marlene Dietrich en Yoko Ono als uitgangspunten namen en daarna ging. Het horen van traditionele evangeliesliedjes – en ze goed zingen – bewaarde geloof. Hagen en Grönland Records hebben nu een 15-jarige, Record Store Day-editie uitgebracht die één nummer toevoegt aan de originele Baker’s Doosen: Washington Phillips ‘I Am Born to Prediking the Gospel’. Als op de titel de ontkoppelde Depeche -modus hagen en een paar teksten aangepast om te laten zien dat ze zaken bedoelde, vindt het nieuwe nummer haar de teksten alleen laten en Phillips aansluiten, wat vroeger een delicate blues was in een onheilspellende kloppende stomp en Persoonlijke Jezus in een geschenk dat blijft geven. —Ao