In We vertellen onszelf verhalen: Joan Didion en de American Dream Machine (Liveright, 272 pp.), Alissa Wilkinson onderzoekt hoe filmmaken het werk van een Amerikaans literair icoon vormt. In het proces gaat het boek ook noodzakelijkerwijs over John Wayne, Ronald Reagan, JFK, 11 september, Marvel Heroes en nog veel meer. Wilkinson’s thesis: Didion is “het meest vruchtbaar begrepen door de lens van het Amerikaanse mythmaking in Hollywood.”
Nu een filmcriticus bij The New York TimesBracht Wilkinson eerder 14 jaar door als professor in het Engelse en geesteswetenschappen aan het King’s College in New York City, een inmiddels ontbonden christelijke instituut. Haar boek gaat niet expliciet over geloof, maar stelt vragen die relevant zijn voor een Amerikaanse christen. Welke verhalen vertellen we onszelf om onze geschiedenis te begrijpen? Kunnen we overtijden om het huidige of verleden beleid te rechtvaardigen? Geloven we in charades? Het boek concentreert zich natuurlijk op Didion, maar het dient ook als een overzicht van de 20e-eeuwse houding ten opzichte van film en politiek-en beschrijft behendig hoe American Storytelling zich vertaalt van tv-scherm naar politiek verhaal. “Dit boek is geen biografie van Joan Didion,” verduidelijkt Wilkinson. “Zoals Didion het uitdrukte, schrijf ik om erachter te komen wat ik denk.” Wilkinson volgt Didion door filmgeschiedenis – van de jaren dertig Legioen van fatsoen tot op de zwarte lijst van vermoedelijke communisten in de jaren 1950 tot de jaren 1980 met zijn circus van de politiek op televisie.
Didion begreep zowel Hollywood als Washington. Zij en haar man werkten als journalisten en auteurs, maar ze schreven ook scenario’s terwijl ze in Californië woonden. Wilkinson schrijft over de openbaring van Didion, waarin ze deze twee delen van haar leven verbond en zag dat de moderne Amerikaanse politieke retoriek vaardigheden gebruikte die uit het zilveren scherm werden overgeheveld. “Campagnes waren op reisfilmsets. De journalisten die hen dekken – de persleden waarmee ze (Didion) een vliegtuig deelde – leken op entertainmentjournalisten en herhaalde het verhaal dat de campagne, of de filmstudio, wilde verteld, in plaats van dat verhaal te melden voor wat het was: een fictie gemaakt door de deelnemers met het plan om het te voeden met de massa.”
Als je nog geen Didion -lezer bent, zal Wilkinson je helpen begrijpen waarom ze een ster werd wiens fans tote -tassen kopen die zijn bedrukt met afbeeldingen van haar gezicht. Wilkinson wijst ook op de frequente verkeerde toepassing van een van Didion’s beroemdste regels: “We vertellen onszelf verhalen om te leven.” Dat sentiment ziet er goed uit op een draagtas, maar het punt van Didion was dat we gewoon de verhalen verzinnen die ons leven betekenis geven. Helaas begreep Joan de journalist nooit echt het ware verhaal waartoe we allemaal behoren.