Parade Den Bosch
Begijnhof
De Parade Den Bosch is nu een plein met gezellige eet- en drinkgelegenheden. In de middeleeuwen was hier het Groot Begijnhof. In 1675 stierf de laatste Begijn, wat tevens het einde van de Begijnen betekende. Den Bosch was in handen van Frederik Hendrik die vond dat er geen nieuwe Begijnen bij mochten komen. Er is tot op heden nog slechts één herinnering aan de Bossche Begijnen: een grafsteen afkomstig uit hun kerk. Op de grafsteen staat geschreven: hier leet begraven ijken goeyaert haubrakens dochter baghijn die sterf ao xvc xix des sondachs nae beloken paeschen. Deze grafsteen ligt aan de voet van het standbeeld van Sint-Jan de Evangelist, vlakbij de ingang van de Sint Jan. (Hoe de grafsteen uit de kerk van het Groot Begijnhof hier tussen de stenen terecht is gekomen is voor alsnog onbekend). Het terrein en de gebouwen werden niet meer onderhouden en raakte in verval.In 1749 werden de laatste resten van het Begijnhof opgeruimd en werd het vrijgekomen terrein ingericht als parade- en exercitieplaats voor het garnizoen, vandaar de naam Parade!
Op de helft van de 18e eeuw werden er drie stenen stallen gebouwd door de Staat. Deze deden dienst als paardenstallen voor het garnizoen. In 1930 verliet de artillerie de stad, waarbij ook de stallen vrij kwamen die uiteindelijk in 1934 gesloopt werden, zodat er plaats kwam voor een schouwburg, welke in gebruik werd genomen door Sociëteit Casino. De oude locatie voor de Sociëteit Casino was te klein geworden, mede door de viering van carnaval. Een nieuw pand kwam ervoor in de plaats, het huidige Theater aan de Parade.